Menu

Afstamming is de juridische band tussen een kind en diens ouders op grond van de door de wet bepaalde regels.

De juridische afstamming is niet noodzakelijk gelijk aan de biologische afstamming.

De afstamming wordt langs moeders- en vaderszijde op onderscheiden wijzen vastgesteld.

De 3 Advocaten is gespecialiseerd in het afstammingrecht, klik hier om een afspraak te maken.

Onze advocaten zijn dagelijks te vinden op de Jeugdrechtbank waarbij zij steeds in het hoogste belang van de minderjarige handelen.

Hoe wordt de afstamming langs moederszijde vastgesteld?

Er zijn drie manieren waarop de afstamming langs moederszijde kan worden vastgesteld.

De geboorteakte

Het kind heeft als moeder de persoon die als zodanig in de geboorteakte is vermeld. De afstamming langs moederszijde komt automatisch tot stand door de vermelding van haar naam in de geboorteakte. De moeder is altijd de vrouw de van het kind is bevallen.

De erkenning

In het uitzonderlijk geval dat de afstamming langs moederzijde niet vaststaat in op grond van de geboorteakte, kan zij worden vastgesteld door de erkenning door de moeder.

De gerechtelijke vaststelling

Een derde en laatste mogelijkheid, indien de afstamming langs moederszijde niet vaststaat op basis van de geboorteakte en wanneer het kind niet erkend is, kan de afstamming langs moederszijde gerechtelijk worden vastgesteld voor de Familierechtbank.

Hoe wordt afstamming langs vaderszijde vastgesteld?

Langs vaderszijde kan de afstamming tevens op drie wijzen worden vastgesteld.

Het vermoeden van vaderschap

Het Burgerlijk Wetboek heeft een vermoeden van vaderschap ingevoerd. Het kind dat is geboren tijdens het huwelijk of binnen 300 dagen na de ontbinding of de nietigverklaring ervan, heeft de echtgenoot van de moeder als vader.

Buiten het huwelijk kan het vaderschap worden vastgesteld door middel van erkenning of bij vonnis.

De erkenning

Wanneer het vaderschap niet vast staat op grond van het vermoeden van vaderschap, kan de vader het kind erkennen.

De gerechtelijke vaststelling

De afstamming langs vaderszijde kan, indien het vaderschap niet vast staat door het vermoeden van vaderschap of erkenning, ook door de Familierechtbank worden vastgesteld.

Hoe kan ik een kind erkennen?

De erkenning is een vrijwillige en eenzijdige rechtshandeling waarbij een persoon te kennen geeft dat er een band van vader- of moederschap bestaat tussen zichzelf en een kind.

De erkenning gebeurt door middel van een authentieke akte voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand, dan wel de Notaris.

Om tot erkenning van een kind te kunnen overgaan heeft men de wettelijk vereiste toestemmingen nodig:

  • De erkenning van een meerderjarig of ontvoogde minderjarig kind is enkel ontvankelijk mits het kind hier vooraf zijn toestemming geeft.
  • Indien het om een minderjarig kind zou gaan, is voorafgaandelijk de toestemming van de ouder ten aanzien van wie de afstamming reeds vaststaat vereist.
  • Wanneer het kind de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, zal ook het kind voorafgaandelijk zijn toestemming tot de erkenning moeten geven.

Hoe kan de afstamming worden betwist langs vaderszijde?

Het vaderschap kan worden op verschillende wijzen worden betwist, afhankelijk van de vorm waarop de afstamming tot stand kwam. De betwistingen zullen slechts ontvankelijk zijn indien het kind geen bezit van staat heeft ten aanzien van de vader.

Het vermoeden van vaderschap

Het vermoeden van vaderschap kan rechtstreeks worden betwist door middel van een gerechtelijke procedure. Onrechtstreeks kan het vaderschap worden aangevochten via de betwisting van het moederschap dat de toepassing van de vaderschapsregel tot gevolg had. Het vaderschap kan worden betwist door de moeder, de echtgenoot, het kind en de beweerde vader. De onderscheiden titularissen beschikken over onderscheiden termijnen.

De moeder van het kind beschikt over een termijn van 1 jaar na de geboorte kan het kind.

De echtgenoot van de moeder dient zijn vordering in te stellen binnen een termijn van 1 jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de vader van het kind is.

Het kind kan een vordering tot betwisting van het vaderschap instellen ten vroegst op de dag waarop het de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt en ten laatste op de dag waarop het de leeftijd van 22 jaar heeft bereikte of binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat de echtgenoot van diens moeder niet zijn vader is.

De vordering van de beweerde biologische vader moet ingesteld worden binnen het jaar na de ontdekking dat zij zelf de biologische vader van het kind is.

De erkenning

De erkenning kan in rechte worden betwist door de moeder, het kind, de man die het kind heeft erkend en de man die het biologisch vaderschap opeist.

De vordering van de moeder dient ingesteld te worden binnen 1 jaar nadat zij heeft ontdekt dat de erkenner niet de vader van het kind is.

De vordering van het kind kan op zijn vroegst worden ingesteld indien het de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt en ten laatste op de dag waarop het kind 22 jaar wordt of binnen het jaar na de ontdekking dat het erkenner niet zijn vader is.

De erkenner kan zijn vaderschap betwisten binnen een termijn van 1 jaar de ontdekking van het feit dat hij niet de biologische vader is van het kind. De erkenner zal tevens moeten bewijzen dat zijn toestemming tot de erkenning was aangetast door een gebrek.

De beweerde biologische vader verjaart na een termijn van 1 jaar na de ontdekking dat hij de vader is van het erkende kind.

De gerechtelijk vaststelling

Een rechterlijke beslissing inzake afstamming kan slechts worden betwist door derdenverzet in te stellen.

Wat zijn de gevolgen van de vaststelling van afstamming?

Ongeachte de wijze waarop de afstamming werd vastgesteld, ontstaan er wederzijdse rechten en plichten tussen de ouders en hun kinderen:

  • de kinderen dragen de familienaam van hun ouders;
  • de kinderen vallen onder het ouderlijk gezag van hun ouders;
  • de kinderen kunnen erven van hun ouders;
  • de ouders zijn verplicht hun kinderen te onderhouden en te ondersteunen.

Wat is ouderlijk gezag?

Het ouderlijk gezag is het geheel van rechten die de ouders ten aanzien van de persoon en de goederen van hun minderjarige kinderen kunnen laten gelden om de verplichtingen waartoe ze als ouder gehouden zijn te kunnen vervullen en is het gevolg van de afstamming tussen ouders en hun kinderen.

Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen het gezag over de persoon en het gezag omtrent het vermogen van de minderjarige kinderen.

Gezag over de persoon

Het ouderlijk gezag over de persoon van het minderjarig kind wordt in principe door beide ouders gezamenlijk uitgeoefend, ongeacht of deze nog samenleven of niet. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan de bevoegde Familierechtbank de uitoefening van het ouderlijk gezag uitsluitend aan één ouder toekennen.

In geval van gezamenlijk ouderlijk gezag wordt elke ouder, ten opzichte van den derden, geacht te handelen met de instemming van de andere ouder wanneer hij een handeling stelt die met het gezag verband houdt. Het vermoeden van instemming kan door de andere ouder evenwel worden weerlegd.

Het kind blijft onder het gezag van zijn ouders staan tot aan zijn meerderjarigheid of ontvoogding.

Gezag over de goederen

Ouders oefenen tevens het gezag uit over het vermogen van hun minderjarige kinderen. De uitoefening van dit recht, volgt de regeling inzake het gezag over de persoon van de minderjarige.

Het beheer van de goederen omvat het stellen van daden van beheer en daden van beschikking.

Wat is ontvoogding?

De ontvoogding heeft tot doel de minderjarige gedeeltelijke rechtsbekwaamheid te geven.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de wettelijke en de gerechtelijke ontvoogding. Er is sprake van wettelijke ontvoogding in het geval de minderjarige huwt, waardoor hij van rechtswege wordt ontvoogd. De gerechtelijke ontvoogding wordt uitgesproken door de Familierechtbank op verzoek van minstens één van de ouders, op verzoek van de voogd of op verzoek van de Procureur des Konings.

De ontvoogding heeft tot gevolg dat de minderjarige onder een curatele zal worden geplaatst. De ontvoogde minderjarige staat niet langer onder ouderlijk gezag en is ingevolge volledig vrij naar diens persoon. Wat de goederen betreft, is de ontvoogde minderjarige niet volledig vrij. Er zijn een aantal handelingen waarvoor de minderjarige bijgestaan dient te worden door de aangestelde curator, alsook verboden handelingen die de minderjarige nooit mag stellen.

De ontvoogding neemt een einde bij het overlijden van de ontvoogde, de meerderjarigheid van de ontvoogde of de intrekking van de gerechtelijke ontvoogding.

Advies nodig?

Contacteer ons of maak een afspraak